Door een ongeval, bloeding, behandeling voor kanker of een bloedziekte kan er bij u een tekort aan bepaalde bestanddelen van het bloed ontstaan. Een bloedtransfusie kan dan nodig zijn. Bij een bloedtransfusie worden rode bloedcellen, bloedplaatjes en/of plasma toegediend.
Het besluit om u wel of geen bloedtransfusie te geven hangt af van uw ziekte, de behandeling die u krijgt en de ernst van het tekort aan rode bloedcellen, bloedplaatjes en/of plasma.
Rode bloedcellen (erytrocyten) transporteren zuurstof in uw bloed. Dit zuurstof wordt via uw longen opgenomen en vervolgens naar de verschillende organen en weefsels in uw lichaam gebracht. Bij een ernstig tekort aan rode bloedcellen (bloedarmoede, ook wel anemie genoemd) krijgt uw lichaam niet voldoende zuurstof. Hierdoor kunnen uw organen en weefsels beschadigd raken. Dit kan met een bloedtransfusie voorkomen worden.
Bloedplaatjes (trombocyten) en plasma (bloedvloeistof met eiwitten) zorgen ervoor dat uw bloed kan stollen bij een bloeding. Als er sprake is van veel bloedverlies (bijvoorbeeld bij een ongeluk of operatie) kan er bij u een tekort aan bloedplaatjes en plasma eiwitten ontstaan. Een ziekte of bepaalde medicijnen kunnen er ook voor zorgen dat uw lichaam tijdelijk of voor langere tijd onvoldoende bloedplaatjes aanmaakt. Met een transfusie kan dit tekort aangevuld worden.
In de folder van Sanquin leest u meer over bloedtransfusie.
Waar ben je naar op zoek?