Het VEXAS syndroom is een zeldzame auto-inflammatoire aandoening die veroorzaakt wordt door verworven mutaties in het UBA1 gen. Het acroniem VEXAS wordt gevormd door de eerste letters van de woorden 'vacuolen', 'E1-enzym', 'X-gebonden', 'auto-inflammatoir' en 'somatisch'.
Het UBA1 gen codeert voor het ubiquitine-activerend enzym 1 (E1). Dit enzym speelt een essentiële rol in de eerste stap van de ubiquitinering. Dit is een proces waarbij intracellulaire eiwitten gelabeld worden voor afbraak door het proteasoomcomplex. Verstoring van de ubiquitinering bij het VEXAS syndroom leidt tot de accumulatie van verkeerd gevouwen eiwitten wat resulteert in verhoogde intracellulaire stress en activatie van het aangeboren immuunsysteem met verhoogde productie van pro-inflammatoire cytokines, zoals TNF, IL-1, IL-6, IL-8 en IFN-γ.
Het VEXAS syndroom is geassocieerd met een hogere incidentie van maligne hematologische aandoeningen. Bij 30-60% van de patiënten wordt op het moment van de VEXAS diagnose of later in het ziektebeloop ook een MDS vastgesteld. Dit betreft meestal een laag risico MDS. Cytogenetica is vaak niet afwijkend (70-80%). Bij moleculaire diagnostiek bevinden de meest voorkomende comutaties zich in DNMT3A en TET2. Daarnaast worden bij ongeveer 10-25% van de patiënten met het VEXAS syndroom plasmacelneoplasieën beschreven (MGUS of multipel myeloom).
Klinische presentatie
Vanwege de locatie van het UBA1 gen op het X-chromosoom, komt het VEXAS syndroom voornamelijk bij mannen voor. Patiënten presenteren zich meestal tussen de 50-65 jaar (range 40-85 jaar).
De symptomen zijn divers met een overlap van inflammatoire en hematologische verschijnselen. De meest voorkomende klinische verschijnselen zijn recidiverende koorts, huidafwijkingen, chondritis (met name auriculair en nasaal), artritiden, pulmonale afwijkingen en oculaire symptomen. Veneuze trombo-embolieën komen voor bij ongeveer 40% van de patiënten.
Initieel wordt in het perifere bloed typisch een macrocytose / macrocytaire anemie (90-100%) en een trombocytopenie (45-69%) gezien. Tevens is er bij presentatie vaak sprake van een monocytopenie (50-73%) en lymfopenie (60-80%).
Het beenmergaspiraat is vrijwel altijd hypercellulair met hyperplasie en linksverschuiving van de granulocytaire reeks (90%). De verhouding tussen myeloïde en erytroïde cellen is verhoogd (M:E ratio hoger dan 4:1 bij 72% van de patiënten). Een karakteristiek kenmerk van het VEXAS syndroom is de aanwezigheid van (multipele) vacuolen in de myeloïde en erytroïde voorlopercellen. De aanwezigheid van cytoplasmatische vacuolen is echter niet specifiek voor het VEXAS syndroom en kan ook gezien worden bij andere aandoeningen, zoals MDS, lymfoproliferatieve aandoeningen, multipel myeloom, koperdeficiëntie of zinkintoxicatie.
Ga terug naar de VEXAS syndroom homepage of lees meer over VEXAS syndroom:
- Diagnostiek
- Behandeling
- Respons criteria
- Follow up
- Richtlijnen en literatuur
- Beheer en wijzigingenhistorie
Ga terug naar de algemene homepage Behandelprotocollen.