Complete respons (CR) |
Alle onderstaande criteria zijn van toepassing:
- Negatieve immunofixatie van het originele M-proteïne in serum en urine
- Verdwijnen van weke delen plasmacytomen
- ≤5% plasmacellen in het beenmerg
|
Stringente CR (sCR) |
Alle onderstaande criteria zijn van toepassing:
- CR
- Normale FLC ratio
- Afwezigheid van klonale plasmacellen in het beenmergbiopt, gemeten met immunohistochemie
|
Zeer goede partiële respons (VGPR) |
Eén van onderstaande criteria is van toepassing:
- Serum / urine M-proteïne detecteerbaar met immunofixatie, maar niet met elektroforese
- ≥90% reductie van serum M-proteïne en urine M-proteïne <100 mg/24 uur
|
Partiële respons (PR) |
- >50% afname van serum M-proteïne en meer dan 90% afname van urine M-proteïne of tot <200 mg/24 uur
- Indien plasmacytomen aanwezig, tevens 50% afname daarvan
- Indien M-proteïne in serum en urine onmeetbaar zijn, geldt een ≥50% afname van het verschil tussen de afwijkende lichte keten en niet afwijkende lichte keten met de FLC test
- Indien FLC ook niet meetbaar, geldt een ≥50% afname in afname van plasmacytose in beenmerg (indien bij baseline ≥30%)
|
Minimale respons (MR) |
- ≥25% maar <50% afname van serum M-proteïne en vermindering M-proteïne in 24-uurs urine met 50-89%
- Indien plasmacytomen aanwezig, tevens 50% afname daarvan
|
Stabiele ziekte (SD) |
Voldoet niet aan criteria voor CR, VGPR, PR, MR of PD |
Progressieve ziekte (PD) |
Toename van 25% van de laagste waarde (nadir) van één of meer van de volgende parameters:
- Serum M-proteïne: nota bene absolute toename moet ≥5 g/l zijn
- Urine M-proteïne: nota bene absolute toename ≥200 mg per 24 uur
- Alleen bij patiënten met niet-meetbaar M-proteïne in serum of urine: veschil van de afwijkende en niet afwijkende lichte keten met de FLC test. Absolute toename moet >100 mg/l zijn
- Toename plasmacytose in beenmerg (absoluut percentage moet >10% zijn)
- Gedocumenteerde ontwikkeling van nieuwe bothaarden, plasmacytomen of hypercalciëmie
|
Recidief na CR |
Eén van onderstaande criteria is van toepassing:
- Opnieuw aantoonbaar M-proteïne in serum of urine (met immunofixatie of elektroforese)
- >5% plasmacellen in het beenmerg
- Andere tekenen van een recidief (bijvoorbeeld nieuw plasmacytoom, lytische botlaesie of hypercalciëmie)
|
Klinisch recidief |
Eén van onderstaande criteria is van toepassing:
- Directe indicator van ziekte en/of eind orgaanschade (CRAB)
- Ontwikkeling van nieuwe weke delen plasmacytomen of botlaesies
- Zekere toename in grootte van bestaande plasmacytomen of botlaesies (>50% toename (en >1 cm) serieel gemeten door middel van de SPD van de meetbare laesie)
- Hypercalciëmie >2,6 mmol/l
- Daling Hb van 1,2 mmol/l niet veroorzaakt door therepie of niet-myeloom gerelateerde aandoening
- Stijging kreatinine >177 µmol/l vanaf start behandeling en in relatie met myeloom
- Hyperviscositeit veroorzaakt door serum M-proteïne
|