Primaire immuun gemedieerde trombocytopenie (ITP) kenmerkt zich door een verworven geïsoleerde trombocytopenie (trombocyten <100*109/l) zonder een duidelijke onderliggende ziekte of oorzaak. Oorspronkelijk werd verondersteld dat de trombocytopenie bij ITP primair veroorzaakt werd door een verhoogde afbraak van trombocyten gemedieerd door auto-antistoffen. Inmiddels weten we dat aanmaakstoornissen van trombocyten en T-cel gemedieerde processen ook een rol spelen in het ontstaan van ITP.
De incidentie van ITP is ongeveer 3,3 op 100.000. De ziekte komt vaker voor bij jonge vrouwen, maar is vanaf de leeftijd van 65 jaar evenredig verdeeld over mannen en vrouwen.
ITP wordt naar de duur van de ziekte ingedeeld in acute ITP, persisterende ITP (3-12 maanden) en chronische ITP (>12 maanden). De klinische kenmerken kunnen erg variëren. Patiënten kunnen helemaal geen verschijnselen hebben, petechiën, purpura of geringe slijmvliesbloedingen vertonen en nabloeden uit wondjes. Levensbedreigende gastro-intestinale- of cerebrale bloedingen kunnen echter ook voorkomen. Meestal zijn deze klinische verschijnselen pas aanwezig bij trombocyten <30*109/l, alhoewel de ernst van de trombocytopenie niet altijd correleert met het bloedingsrisico.
Andere oorzaken voor trombocytopenie moeten eerst worden uitgesloten om tot de diagnose ITP te komen.
Ga terug naar de ITP homepage of lees meer over ITP:
- Diagnostiek
- Differentiaal diagnose
- Behandeling
- Respons criteria
- Richtlijnen en literatuur
- Beheer en wijzigingenhistorie
Ga terug naar de algemene homepage Behandelprotocollen.