Het doel van profylaxe tegen Candida infecties is het voorkomen van een systemische candida infectie (candidemie, hepatosplenale candidiasis).  

Primaire Candida profylaxe (azole gevoelig)

Doelgroep

Dragers van fluconazol gevoelige Candida soorten (zoals C. albicans, C. tropicalis, C. dubliniensis, C. parapsillosis en C. guillerimondi) die behandeld worden middels:

  • remissie inductiekuren voor AML/MDS
  • intensieve chemotherapie voor ALL/APL
  • een autologe of allogene SCT

Dragerschap wil zeggen Candida gekweekt (ongeacht de graad) uit:

  • De mond-keelspoeling én rectale wattenstaaf op dezelfde dag of
  • ≥2 achtereenvolgende mond-keelspoelingen of
  • ≥2 achtereenvolgende rectale wattenstaven

Medicatie

Bij remissie-inductiekuur voor AML of MDS standaard Candida profylaxe: 

  • Fluconazol 1 dd 400 mg p.o. of i.v. starten op dag 8 (na afronden chemo­therapie). Afhankelijk van gevoeligheid in kolonisatie­kweken aan te passen

Bij behandeling voor APL volgens AIDA-2000 protocol standaard Candida profylaxe: 

  • Fluconazol 1 dd 400 mg p.o. of i.v. starten op dag 9 (na afronden chemo­therapie). Afhankelijk van gevoeligheid in kolonisatie­kweken aan te passen

Bij dragerschap (overige indicaties):

  • Fluconazol 1 dd 400 mg p.o. of i.v. tot ontslag of tot aantal granulocyten >0,5*109/l (welke eerder is)

Nota bene:

  • Bij NMA SCT met hoge dosis ciclosporine (2 dd 4,5 mg/kg) en orale candidiasis wegens interactie met calcineurine remmers dosis verlagen: fluconazol 1 dd 150 mg p.o. of i.v.
  • Bij kuren die vincristine bevatten (o.a. kuren bij behandeling ALL) wegens interactie: micafungin 1 dd 100mg
  • Bij cyclofosfamide bevattende conditionering (o.a. ptCy bevattende allogene SCT schema’s) in de dagen van cyclofosfamide geen fluconazol gebruiken; dan wel uitstellen start profylaxe dan wel kiezen voor een echinocandine

Primaire Candida profylaxe (niet-azole gevoelig)

Doelgroep

Dragers van fluconazol ongevoelige Candida soorten (zoals C. glabrata, C. krusei) die behandeld worden middels:

  • remissie inductiekuren voor AML/MDS
  • intensieve chemotherapie voor ALL/APL
  • een autologe of allogene SCT

Dragerschap wil zeggen Candida gekweekt (ongeacht de graad) uit:

  • Mond-keelspoeling én rectale wattenstaaf op dezelfde dag of
  • ≥2 achtereenvolgende mond-keelspoelingen of
  • ≥2 achtereenvolgende rectale wattenstaven.  

Medicatie

Bij remissie-inductiekuur voor AML of MDS standaard Candida profylaxe:

  • Micafungin 1 dd 100 mg i.v. starten op dag 8 (na afronden chemo­therapie). Afhankelijk van gevoeligheid in kolonisatie­kweken aan te passen

Bij behandeling voor APL volgens AIDA-2000 protocol standaard Candida profylaxe:

  • Micafungin 1 dd 100 mg i.v. starten op dag 9 (na afronden chemo­therapie). Afhankelijk van gevoeligheid in kolonisatie­kweken aan te passen

Bij dragerschap:

  • Micafungin 1 dd 100 mg i.v. tot ontslag of tot aantal granulocyten >0,5*109/l (welke eerder is)

Secundaire Candida profylaxe

Doelgroep

Patiënten die al eerder een bewezen of waarschijnlijke Candida infectie hebben doorgemaakt die:

  • een intensieve behandeling voor AML of MDS ondergaan waarbij een neutropenie (granulocyten <0,5*109/l) gedurende tenminste 7 dagen wordt verwacht
  • een SCT krijgen, ongeacht conditionering

Medicatie

Bij fluconazol gevoelige Candida soorten: fluconazol 1 dd 400 mg p.o. of i.v. tot einde neutropenie.

Bij fluconazol resistente Candida soorten: micafungin 1 dd 100 mg i.v. tot einde neutropenie.

Sensitiviteit Candida gisten
 

Candida soort Fluconazol Echinocandine
C. Albicans + +
C. Glabrata - +
C. Krusei - +
C. Dubliniensis + +
C. Lusitaniae + +
C. Guillerimondi + +
C. Parapsilosis + +
C. Tropicalis + +
C. Norvegensis - +
C. Kefyr + +
Geotrichum + -

Alle Candida soorten zijn ook gevoelig voor voriconazol en posaconazol.

Indien kolonisatie met Geotrichum en fluconazol-resistente Candida: posaconazol.

 

Ga terug naar de Infectieprotocol homepage of lees meer over het infectieprotocol:

Ga terug naar de homepage Behandelprotocollen.