Diagnostiek bij vaststellen respons

Poliklinische controle

Tijdstip: 4 – 6 maanden na behandeling met cladribine (plus rituximab).

Bij anamnese speciale aandacht voor koorts, infecties, klachten van splenomegalie, vermoeidheid, gewichtsverlies.

Bij lichamelijk onderzoek de grootte van de milt vastleggen.

Laboratoriumonderzoek

Bloed, standaard:

  • Volledig bloedbeeld inclusief automatische differentiatie (op indicatie microscopische differentiatie)

Beenmerg, op indicatie:

  • Beenmergonderzoek (cytomorfologie, immuno­feno­typering en cristabiopt) hoeft buiten studieverband niet ingezet te worden indien er bij anamnese, lichamelijk onderzoek en bloedonderzoek voldoende aanwijzingen zijn voor het vaststellen van een complete of partiĆ«le remissie
  • Beenmergonderzoek niet eerder verrichten dan 4 – 6 maanden na behandeling met cladribine (plus rituximab)
  • Zie protocol Hematologische laboratorium­diagnostiek - HCLc en HCLv voor specificatie

Diagnostiek tijdens follow up na bereiken CR of PR

Poliklinische controles

Frequentie: elke 3 – 6 maanden.

Bij anamnese speciale aandacht voor koorts, recidiverende of ernstige infecties, klachten van splenomegalie, extreme vermoeidheid en gewichtsverlies (>10% in 6 maanden).

Bij lichamelijk onderzoek speciale aandacht voor progressieve splenomegalie.

Laboratoriumonderzoek

Bloed, standaard:

  • Volledig bloedbeeld inclusief automatische differentiatie (aan- of afwezigheid van monocytopenie; op indicatie microscopische differentiatie)

Beenmerg, op indicatie:

 

Ga terug naar de HCL homepage of lees meer over HCL:

Ga terug naar de algemene homepage Behandelprotocollen