Informatie voor zorgverleners
Behandelprotocollen
Graft versus host disease (GvHD)
Inleiding acute GvHD
Risicofactoren voor acute GvHD
- Onderliggende ziekte (CML > AML of ALL)
- Conditionering (myeloablatief > reduced intensity/non-myeloablatief)
- Donor type (unrelated > sibling > cord blood)
- Geslacht-combinatie (mannelijke patiënt/vrouwelijke donor)
- Microbiële factoren en de impact van antimicrobiële profylaxe
- HLA-mismatch, 'minor histocompatibility antigenen' (MiHag's), polymorfismen in immuungenen
- Transplantaat karakteristieken:
- Stamcelbron (perifeer bloed (PBSC) > beenmerg (BM), afhankelijk van aantal T lymfocyten in het transplantaat. Daarom in geval van T cel-depletie geen groot verschil tussen PBSC en BM)
- CD3 getal (mate van T cel-depletie)
- CMV status (tegenstrijdige gegevens)
Incidentie en optreden van acute GvHD
Incidentie graad II-IV
- Myeloablatieve conditionering, partiële T cel-depletie:
- 'Matched related donor' (familie/sibiling donor): 40-45%
- 'Matched unrelated donor' (ATG): 20-25%
- Myeloablatieve conditionering, ptCy schema:
- 'Matched related donor': 30-40%
- Non-myeloablatieve conditionering (Flu-TBI), T cel-repleet: 30%
Moment van optreden
- Myeloablatieve conditionering, partiële T cel-depletie:
- 'Matched related donor' (familie/sibling donor): mediaan dag +29 (8-127)
- 'Matched unrelated donor' (ATG): mediaan dag +50 (11-104)
- Myeloablatieve conditionering, ptCy schema:
- 'Matched related donor': mediaan dag +74 (20-202)
- Non-myeloablatieve conditionering (Flu-TBI), T cel-repleet: mediaan dag +52 (14-220)
Ga terug naar de homepage Graft versus host disease.
Ga terug naar de algemene homepage Behandelprotocollen.