Informatie voor zorgverleners
Behandelprotocollen
Hematologische laboratoriumdiagnostiek
Specificatie per aandoening
Chronische lymfatische leukemie (CLL) / kleincellig lymfocytair lymfoom (SLL)
Immunofenotypering
Immunofenotypering wordt uitgevoerd ten behoeve van de diagnose CLL / SLL en het vaststellen van het ‘leukemia-associated immunophenotypes’ (LAIP) ten behoeve van het tijdens follow up bepalen van ‘measurable residual disease’ (MRD).
Minimaal panel
Standaard:
- CD45, CD19, CD20, CD5, CD23, CD200, CD10, CD38, IgKappa, IgLambda
Moleculaire diagnostiek en cytogenetica
Standaard bij behandelindicatie:
- Mutatie analyse via NGS panel: TP53, BTK, PLCG2 (additionele bevindingen zoals BIRC3, BRAF, NRAS, SF3B1 etc. worden ook gerapporteerd)
- IGHV mutatiestatus en stereotypie (#1, #2, #8) bepaling (eenmalig bepalen, aangezien dit in het ziektebeloop niet meer verandert)
- Genoomwijde SNP array voor detectie van del(17p) (TP53 gen), del(11q) (ATM gen), trisomie 12 en overige relevante CNA (o.a. del(13q14) en complex karyotype
Pathologie
Standaard op lymfeklierbiopt:
- Immuunhistochemie
Op indicatie op cristabiopt, onder andere bij trombocytopenie en/of anemie:
- Bevestigen diagnose
- Beoordelen uitgebreidheid / verdringing
Ga terug naar protocol CLL - Diagnostiek t.b.v. diagnose CLL.
Ga terug naar protocol CLL - Aanvullende diagnostiek voor start behandeling.
Ga terug naar de homepage Hematologische laboratoriumdiagnostiek.