Recidief / refractaire precursor B-ALL / B-LBL
De behandeling van recidief / refractaire ALL is afhankelijk van meerdere factoren. Hieronder vallen:
- Type voorbehandeling, al dan niet met allogene SCT
- Vroeg of laat recidief
- Tumoreigenschappen
- Leeftijd
De optimale behandeling wordt gewogen in het multidisciplinair overleg (MDO) en kan besproken worden in het maandelijkse landelijke ‘RR-ALL’ overleg.
Situatie | Inductie | Consolidatie |
---|---|---|
Primair refractair of <1 jaar na behandeling |
Extraprotocollair:
|
|
>1 jaar na behandeling | Extraprotocollair:
|
|
* HD-MTX conform HOVON 100 – Consolidatie B ≤40 jaar.
Aandachtspunten bij Philadelphia-positieve ALL (t(9;22) of BCR-ABL aantoonbaar):
- Toevoeging van TKI met mutatieanalyse van BCR-ABL gericht op TKI-resistentie
- Rol voor TKI post allogene SCT. Zie protocol Tyrosine kinase remmers bij Ph+ ALL post-allogene SCT
- Registratie middelen:
- Inotuzumab ozogamicin (OI) is geregistreerd voor recidief/refractaire ALL ongeacht Ph-status
- De registratie van blinatumomab is gereserveerd voor Ph-negatieve ALL, hoewel er wel effectiviteit aangetoond is bij Ph-positieve patiënten
Bij de keuze voor blinatumomab of IO kunnen onderstaande factoren de voorkeur beïnvloeden. Deze zijn met name gebaseerd op het risico voor sinusoïdaal obstructief syndroom (SOS/VOD), CNS penetratie en activiteit bij grote ziekteload.
|
Voorkeur blinatumomab |
Voorkeur IO |
---|---|---|
CD19 of CD22 positiviteit |
CD19+/CD22- |
CD19-/CD22+ |
Hoog leukocytenaantal bij diagnose en/of bulky disease |
Voorzichtigheid met blinatumomab. Overweeg debulking met milde chemotherapie vooraf |
Ja |
Symptomatische CNS positiviteit |
Nee (blinatumomab niet uitgesloten na MTX i.t. en schone liquor) |
Ja |
Voorgeschiedenis CVA/epilepsie |
Nee |
Ja |
Kandidaat 2e allogene SCT |
Ja |
Nee |
Ouder dan 55 jaar |
Ja |
Nee |
Niet-verwante donor |
Ja |
Nee |
Pre-existente leverziekte (hyperbilirubinemie, ASAT/ALAT 3*ULN, actieve hepatitis) |
Ja |
Nee |
Kandidaat CAR-T-celtherapie |
Nee |
Ja |
Ph/BCR-ABL positief |
Nee (registratie) |
Ja |
Blinatumomab: bij >50% blasten wordt geadviseerd om eerst blastenreductie te bewerkstelligen middels corticosteroïden (eventueel met lage dosis cyclofosfamide) gedurende maximaal een week.
Tisagenlecleucel (CAR-T product van Novartis) is geregistreerd voor de behandeling van CD19-positieve B-ALL bij patiënten tot 25 jaar ingeval van refractariteit, recidief na allogene SCT of een tweede/later recidief. Door gebrek aan gegevens heeft deze behandeling in de actuele HOVON behandelrichtlijn nog geen plaatsbepaling gekregen ten opzichte van andere salvage behandelingen en allogene SCT. De indicatie moet daarom per casus gewogen worden.
Recidief / refractaire T-ALL / T-LBL
Situatie | Inductie | Consolidatie |
---|---|---|
Primair refractair of <1 jaar na behandeling |
|
|
>1 jaar na behandeling | Extraprotocollair:
|
|
* HD-MTX conform HOVON 100 – Consolidatie B ≤40 jaar.
Recidief / refractaire MPAL
Bij een recidief of refractaire MPAL wordt het verdere behandelbeleid patiëntspecifiek vastgesteld in het MDO.
Ga terug naar de ALL/MPAL homepage of lees meer over ALL/MPAL:
- Diagnostiek
- Classificatie
- Risicoclassificatie
- Behandeling
- Respons criteria
- MRD
- Richtlijnen en literatuur
- Beheer en wijzigingenhistorie
Ga terug naar de algemene homepage Behandelprotocollen.