Algemeen
Patiënten met een langzaam dalend Hb en een goede reticulocyten respons zonder comorbiditeit kunnen onder regelmatige controle van bloedbeeld en hemolyse parameters poliklinisch behandeld worden. Patiënten zonder reticulocyten respons, symptomatische patiënten, patiënten met snel dalend Hb en patiënten met comorbiditeit dienen te worden opgenomen.
Registratie
Open voor inclusie
Alle AIHA diagnoses | DRAIHA Meer informatie |
Maatregelen
- Tijdens acute fase:
- Monitor voor klinische tekenen van ischemie
- Patiënten zijn normovolemisch:
- Let op verwardheid, regelmatig ECG, lactaat
- Optimaliseer zuurstoftransport (via neusbril, bedrust)
- Indien er nog geen stabiele anemie (compensatoire reticulocyten respons) is bereikt:
- Controleer frequent Hb (à 4 uur, indien nodig frequenter)
- Monitor aspect en productie urine
- In geval van koude-antistoffen:
- Houd de patiënt warm
- Dien bloedproducten verwarmd toe
- Bloedverwarmingssystemen zijn verkrijgbaar via SEH of OK
- Geef LMWH profylaxe
- Geef foliumzuur 1 dd 5 mg, eventueel erytropoëtine
Transfusiebeleid
Zie Checklist bij acute (bedreigende) AIHA voor instructies over overleg met achterwacht transfusielaboratorium, klinische achterwacht (Radboudumc: KCTD) en het orderen van materiaal t.b.v. compatibiteitsonderzoek.
Er is geen algemene transfusietrigger. De enige indicatie voor transfusie is cardiale en/of cerebrale hypoxie. Het risico hierop wordt bepaald door leeftijd en (latente) coronairziekte. Een Hb <3 mmol/l is meestal de absolute transfusiegrens. Bij een Hb >3 mmol/l en het ontbreken van symptomatische hypoxemie kan de therapierespons afgewacht worden.
Aandachtspunten
- Dosering van erytrocytentransfusies:
- Nooit meer dan 1 eenheid tegelijk
- Hanteer langzame toedieningsnelheid: ca. 1 ml/kg/uur
- Parvovirus B19 veilige bloedprodukten:
- Geven indien Parvovirus B19 status onbekend of negatief (cave: Parvovirus B19 geïnduceerde aplastische crise ten tijde van actieve hemolyse)
- Nota bene: het risico op Parvovirus B19 transmissie via bloedproducten is klein. De urgentie van een transfusie gaat absoluut voor op beschikbaarheid Parvovirus B19 veilig product
- In geval van koude-antistoffen:
- Dien bloedprodukten verwarmd toe
- Bloedverwarmingssystemen zijn verkrijgbaar via SEH of OK
Specifieke behandeling AIHA met warmte antistoffen
Prednisolon
- Start met 1 mg/kg/dag, na stabilisatie Hb en/of na maximaal 4 weken langzaam (!) afbouwen
- Respons 60-70%, complete remissie 10-15%
- Bij uitblijven respons: overweeg monoklonaal anti-CD20 (rituximab)
- Denk aan: PPI en zo nodig osteoporose profylaxe
Monoklonaal anti-CD20 (rituximab)
- Rituximab 375 mg/m2 i.v. 1 maal per week gedurende 4 weken
- Overweeg vooraf te vaccineren i.v.m. eventuele splenectomie in de toekomst. Zie Vaccinatieprotocol - Vaccinatie bij AIHA, ITP en TTP
- Complete respons >60% (maar vaak recidief)
Splenectomie
- 50% bereikt stabilisatie anemie, 20% bereikt complete remissie
- Zie Vaccinatieprotocol - (Electieve) splenectomie voor het te volgen vaccinatie- en antibioticabeleid.
Chemotherapie
- Eventueel toevoegen bij onvoldoende respons op steroïden of langdurige prednisolon behandeling (≥20 mg/dag)
- Cyclofosfamide continu (50-100 mg/dag p.o.) of stootkuur (50 mg/kg i.v. over 4 dagen, met GM-CSF ondersteuning en mesna profylaxe)
- Azathioprine continu (2-4 mg/kg/dag p.o.)
- Overig: vincristine, ciclosporine, danazol, mycophenolaat, bortezomib bevattend schema
Immunoglobulines
- Kortdurende verbetering van de anemie (40%), geen complete respons
- Bij fulminante hemolyse te overwegen om opbrengst transfusie te verbeteren
Complementremming
- Eculizumab: alleen bij fulminante intravasculaire hemolyse effect te verwachten, gezien eculizumab de extravasculaire hemolyse niet remt
Specifieke behandeling AIHA met koude antistoffen
Bij een AIHA met koude antistoffen is er vaak slechts sprake van een milde hemolyse die geen behandeling vereist. De leefregel is 'keep it warm', dus goede bescherming tegen de kou (handschoenen, muts).
Bij operaties moet patiënt warm gehouden worden. Zoals hierboven vermeld moeten er ook bij transfusies extra maatregelen genomen worden.
De behandelopties in geval er toch een indicatie is voor behandeling, komen overeen met de behandeling van de AIHA met warmte antistoffen, maar de responspercentages en responsduren zijn doorgaans lager. Dit geldt voor prednisolon, chemotherapie en splenectomie.
Monoklonaal anti-CD20 (rituximab)
- Rituximab 375 mg/m2 i.v. 1 maal per week gedurende 4 weken
- Overweeg vooraf te vaccineren i.v.m. eventuele splenectomie in de toekomst. Zie Vaccinatieprotocol - Vaccinatie bij AIHA, ITP en TTP
- Responspercentages >50% (maar vaak recidief)
Combinatie rituximab met bendamustine
- 4 kuren à 28 dagen
- Rituximab 375 mg/m2 i.v. op dag 1 en bendamustine 90 mg/m2 i.v. op dag 1-2
- Responspercentages 70% met complete remissie bij 40%
- Overweeg vooraf te vaccineren i.v.m. eventuele splenectomie in de toekomst. Zie Vaccinatieprotocol - Vaccinatie bij AIHA, ITP en TTP
Combinatie rituximab met fludarabine
- 4 kuren à 28 dagen
- Rituximab 375 mg/m2 i.v. op dag 1 en fludarabine 40 mg/m2 oraal op dag 1 t/m 5
- Responspercentages 70% met complete remissie bij 20%
- Overweeg vooraf te vaccineren i.v.m. eventuele splenectomie in de toekomst. Zie Vaccinatieprotocol - Vaccinatie bij AIHA, ITP en TTP
- Denk aan indicatie bestraalde bloedproducten bij fludarabine
Splenectomie
- Helpt niet bij complement-gemedieerde intravasale hemolyse!
- Zie Vaccinatieprotocol - (Electieve) splenectomie voor het te volgen vaccinatie- en antibioticabeleid.
Zanubrutinib
Zanubrutinib is een BTK-remmer die momenteel wordt onderzocht in de HOVON 169. Patiënten met koude agglutinatieziekte en een behandelindicatie in de vorm van anemie (Hb ≤6,5 mmol/l) of CIPS (‘cold-induced peripheral symptoms’) ≥ graad 2 komen in aanmerking. Overleg met het consultverlenend centrum.
Zie de HOVON website - HOVON 169 en het NVTH artikel over de HOVON 169 voor meer informatie.
Sutimlimab
Sutimlimab is een (gehumaniseerd) monoklonaal antilichaam dat is gericht tegen complementcomponent C1s. Sutimlimab is onder strikte voorwaarden te verkrijgen en wordt vergoed via een ODAP-programma (‘orphan drug access protocol’). Patiënten met chronische koude agglutinatieziekte met een Hb ≤6,2 mmol/l met een recidief na of refractair op immuunchemotherapie óf met een recidief na of refractair op rituximab monotherapie met een contra-indicatie voor immuunchemotherapie komen in aanmerking voor deelname aan het ODAP-programma. Ook patiënten met een acute hemolytische crisis met een Hb ≤4,0 mmol/l, een klinische opname vanwege de acute crisis en een noodzaak van één transfusie per twee dagen of vaker zijn eligible.
Toegang tot het middel is gelimiteerd tot centra die deelnemen aan het ODAP-programma (Oost-Nederland: Radboudumc, contactpersonen: D. Evers en M. Hoeks) en alleen na goedkeuring door de landelijke sutimlimab ODAP-commissie.
Zie het NVTH artikel over het ODAP-programma sutimlimab voor meer informatie.
Ga terug naar de AIHA homepage of lees meer over AIHA:
- Checklist bij acute (bedreigende) AIHA
- Inleiding
- Diagnostiek
- Richtlijnen en literatuur
- Beheer en wijzigingenhistorie
Ga terug naar de algemene homepage Behandelprotocollen.