Algemeen
Na ATGAM/ciclosporine:
- treedt bij ongeveer 35% van de patiënten een recidief aplastische anemie op
- ontstaat bij ongeveer 15% van de patiënten een MDS of AML
- neemt bij ongeveer 25% van de patiënten de PNH kloon in grootte toe
Diagnostiek tijdens follow up na start ATG/ciclosporine
Laboratoriumonderzoek gedurende het eerste jaar
Bloed, standaard:
- Volledig bloedbeeld inclusief reticulocyten (frequentie op geleide van bloedwaarden)
- Immunofenotypering:
- Screening PNH kloon (1 keer per 6 maanden indien eerder negatief, anders elke 3 maanden)
- Lymfocytensubsets (tot CD4 >200 cellen/µl)
- Chemie: kreatinine, bilirubine, ASAT, ALAT, AF, gamma-GT, LDH (eerste maand wekelijks, tweede tot zesde maand maandelijks, daarna elke 3 maanden)
Bloed, op indicatie:
- Virologie: EBV, CMV (tot 1 keer per week)
- Ciclosporinespiegel (streef 200-300 µg/l, bij ouderen 150-200 µg/l)
Beenmerg, bij voldoende herstel na 6 maanden of bij daling van bloedwaarden:
- Beenmergaspiraat: cytomorfologie
- Cristabiopt
Laboratoriumonderzoek gedurende het tweede jaar
Bloed, standaard:
- Volledig bloedbeeld (minimaal iedere 6 maanden)
- Immunofenotypering: screening PNH kloon (1 keer per 6 maanden indien eerder negatief, anders elke 3 maanden)
- Chemie: kreatinine, bilirubine, ASAT, ALAT, AF, gamma-GT, LDH (minimaal iedere 6 maanden)
Overige onderzoeken op indicatie.
Laboratoriumonderzoek gedurende vanaf het derde jaar
Bloed, standaard:
- Volledig bloedbeeld (minimaal jaarlijks)
- Immunofenotypering: screening PNH kloon (1 keer per jaar indien eerder geen PNH kloon, anders elke 6 maanden)
Overige onderzoeken op indicatie.
Ga terug naar de verworven AA homepage of lees meer over verworven AA:
- Inleiding
- Diagnostiek
- Classificatie
- Behandeling
- Respons criteria
- Richtlijnen en literatuur
- Beheer en wijzigingenhistorie
Ga terug naar de algemene homepage Behandelprotocollen.